Skip to main content

Op het KNGF congres heeft Janine Hidding een lezing gehouden over bijwerkingen van de behandeling voor borstkanker.

Zij heeft hierover een artikel geplubiceerd.

Treatment Related Impairments in Arm and Shoulder in Patients with Breast Cancer: A Systematic Review
(Beperkingen in de arm en schouder na de behandeling voor borstkanker)

Auteurs
J.T. Hidding PT, MSc; C.H.G. Beurskens PT, PhD; P.J. van der Wees PT, PhD; H.W.M. van Laarhoven MD, PhD, PhD; M.W.G. Nijhuis-van der Sanden PT, PhD

Achtergrond
Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij Nederlandse vrouwen. Na de medische behandeling hebben veel patiënten last van ernstige klachten in hun schouder en arm. Dit leidt tot beperkingen in de dagelijkse activiteiten en participatieproblemen met betrekking tot werk, sport en vrije tijd.
Er is veel geschreven over de bijwerkingen van de medische behandeling voor borstkanker, maar tot nu toe altijd in relatie tot een deel van de behandeling of een bepaald gevolg van de behandeling. Dit artikel geeft een overzicht van de bijwerkingen van de medische behandelingen. Hoog-risico patiënten worden geïdentificeerd. Aan de hand hiervan kunnen protocollen voor follow-up worden opgesteld.

Methode
Wetenschappelijke literatuur van 2000-2012 is systematisch onderzocht op studies met behandelde patiënten met borstkanker, die naast een operatie aanvullende behandelingen in de vorm van radiotherapie, chemotherapie en/of hormoontherapie kregen. Er is gekeken naar bewegingsbeperkingen in de schouder, verlies van spierkracht, pijn, lymfoedeem en beperkingen in dagelijkse activiteiten met betrekking tot de arm en schouder. De uitkomsten zijn verdeeld in klachten gedurende de eerste 12 maanden na de operatie en klachten na 12 maanden.

Resultaten
Patiënten, die zijn behandeld met okselklierdissectie hebben het hoogste risico op beperkingen in de arm en schouder. De meest voorkomende beperkingen in deze patiëntengroep waren verminderde beweeglijkheid en spierkracht, pijn, lymfoedeem en verminderd activiteitenniveau. Borstsparende operatie was gerelateerd aan een verminderd activiteitenniveau. Pijn was het meest gerelateerd aan radiotherapie en hormoontherapie.

Conclusies
Okselklierdissectie en/of radiotherapie op de oksel verhogen het risico op bewegingsbeperking van de schouder, spierkrachtverlies, pijn, lymfoedeem en vermindering van het activiteitenniveau. Radiotherapie en hormoontherapie verhogen het risico op pijnklachten. Vooral de patiënten jonger dan 45 jaar en ouder dan 65 jaar hebben meer kans op bijwerkingen van de behandeling en lijken vaker hun activiteitenniveau van voor de diagnose borstkanker niet meer te behalen.
Wij adviseren om patiënten, behandeld met okselklierdissectie en radiotherapie op de oksel consequent te monitoren op beperkingen in de schouder en arm. Daarnaast moet naar pijn gevraagd worden, omdat pijn invloed heeft op het activiteitenniveau. Verder adviseren wij de hoog-risico borstkankerpatiënt actief te blijven volgen tijdens het behandelproces en erna, door coaching of training, met specifieke aandacht voor de jongere en oudere patiënt. In toekomstig onderzoek dient de behandeling van borstkanker in relatie tot alle behandelmogelijkheden benaderd te worden en de uitkomsten geanalyseerd in relatie tot de medische behandeling en gestratificeerd naar leeftijdscategorie.

Publicatie
Op 9 mei jl. is het systematische review van Janine Hidding en co-auteurs gepubliceerd